Binnen dat onderscheid zoeken we altijd naar wat ons bindt. We proberen de planeet te redden, we maken programma’s voor conflictbeheersing, we demonstreren voor vrede en trachten wanhopig de mensheid voorbij de verschillen te laten kijken om te leven in harmonie.
In ons persoonlijke leven doen we hetzelfde: al onze energie gaat naar pogingen om onze omgeving evenwichtig te maken. We zoeken naar de volmaakte partner en als we eindelijk denken hem gevonden te hebben, proberen we hem te veranderen en te controleren zodat hij in ons ideaal past. We zoeken naar gelijkgestemden, mensen door wie we ons geaccepteerd voelen omdat ze onze overtuigingen en meningen delen. We sluiten ons aan bij kerkgenootschappen, politieke partijen, zelfhulpgroepen en verenigingen in een poging om de verschillen te overbruggen en de plaats te vinden waar we ons thuis voelen.
Maar in die zoektocht lukt het ons niet andere opvattingen een plaats te geven. Als iemand het niet eens is met ons wereldbeeld, proberen we die persoon te mijden. We willen ons omringen met mensen die onze ideeën bevestigen, die ons steunen, hoezeer die ideeën misschien ook door angst of andere negatieve gevoelens worden ingegeven. Als vlinders fladderen we van de ene ervaring naar de andere, onze geest vindt nooit echt voldoening dus we blijven zoeken naar de plaats waar we ons thuis voelen.
De geest zal echter nooit bevredigd zijn. Hij zal altijd controverses ontmoeten. Zelfs binnen groepen die het eens lijken te zijn, is er onderscheid; religies vallen uiteen in talloze kleine groeperingen, politieke partijen hebben onenigheid, voetbalploegen ruziën over taktieken, zelfs de Beatles gingen uit elkaar. Overal waar we kijken zien we onderscheid, verdeeldheid, dualiteit.
Dus we zoeken verder en verwerpen bepaalde groeperingen als de verkeerde. Of we bijten ons vast in de bijzondere kijk van onze organisatie of van ons geloof, in de grote behoefte om onszelf en de wereld ervan te overtuigen dat wij gelijk hebben. In onze zoektocht naar eenheid maken we echter nog meer onderscheid, omdat onze vooringenomenheid en opvattingen ons van de anderen distantiëren in plaats van ons in liefde bijeen te brengen.
Het ironische is dat we allemaal precies hetzelfde zijn; het is slechts onze perceptie die anders is. Waar je ook bent, iedereen is op zoek naar liefde, of hij nu een guerillero in de Columbiaanse jungle is die iemand martelt of een missionaris die in India staat te preken en de armen helpt.
Allemaal zijn we op zoek naar liefde, allemaal willen we terug naar een thuis.
Of we nu in Buckingham Palace de rol van een prinses spelen of we zijn een crackjunk in Harlem die iemand het mes op de keel zet, we lijden allemaal aan hetzelfde: we hebben onszelf in de steek gelaten. We hebben onszelf verwond en we vinden dat we geen liefde waard zijn, we hebben allerlei maskers die moeten verbergen wat we slecht vinden aan onszelf.
Iedereen speelt zijn rol in de grote opera die het leven is, als acteurs op het toneel, elk met zijn eigen rol. Sommigen zijn ridders in glanzende harnassen, andere geheimzinnige schurken, maar de waarheid – onze essentie, onze grootheid – zit in de liefde. Iedereen kan er overal voor kiezen liefde te zijn.
Liefdesbewustzijn wordt ingegeven door de harten van de mensen. Zij bewondert grootsheid, los van de meningen van het individu. Zij raakt ontroerd door de hartstocht van zieners met een totaal andere, soms compleet tegenovergestelde levensloop. Die zieners kunnen voortkomen uit elkaar bestrijdende politieke partijen. Ze kunnen een geloof aanhangen dat onverenigbaar is met andere godsdiensten. Het is namelijk niet hun politiek of hun mening die bewondering afdwingt, maar het is de waarheid in hun hart.
Daar draait het hele leven om. Het gaat erom naar je hart luisteren, het is geen kwestie van goed of slecht. Als je links stemt, gaat rechts zeggen dat je het mis hebt, als je rechts stemt, zeggen ze links dat je je vergist. En als je niet stemt, zeggen ze allemaal dat je er niets van begrepen hebt. Er zullen altijd een paar mensen zijn die het met je eens zijn en heel veel die het met je oneens zijn.
Christenen denken dat Jezus groot was, maar er zijn miljoenen anderen die dat niet vinden. Betekent dat dat hij niet groot was, alleen omdat veel mensen er anders over denken? Nee, hij was groot. Hij belichaamde pure bewustwording, hij predikte tolerantie en onvoorwaardelijke liefde. Maar velen hebben zijn leer gebruikt om zich van anderen af te scheiden. Wat zou Jezus daarvan vinden?